top of page
Foto van schrijverNele

Chiacchiere

Bijgewerkt op: 6 mei 2018

‘Chiacchiere’ is een knapperig zoet tussendoortje dat enkel gegeten wordt in de meeste kleurrijke en gekke periode van het jaar ‘carnevale’. Tijdens de periode van carnaval vind je ze overal terug in de uitstalramen van de pasticceria’s waar ze hoog opgestapeld elke voorbijganger proberen te verleiden. Hoewel mijn voorkeur uitgaat naar de ambachtelijke versie, bieden ook de grootwarenhuizen tijdens de carnavalperiode een groot assortiment van deze koekjes aan.

Ook de meeste trattoria’s doen mee aan deze traditie en vermelden deze koekjes tijdens die periode op de dessertkaart. Soms krijg je er zelfs enkele aangeboden bij de koffie.


De naam verschilt van regio tot regio (cenci e donzelle in Toscane, crostoli in Trentino, galani in Veneto enz.) maar uiteindelijk is het basisrecept overal hetzelfde.

Het is een gefrituurd koekje. Je zou het kunnen vergelijken met een oliebol maar dan luchtiger, knapperiger en anders van vorm. De oorsprong gaat terug tot bij de Romeinen. Toen werd dit koekje bij banketten gegeten en tijdens festiviteiten verdeeld in de straten. In die tijd werd het deeg gebakken in varkensvet, nu wordt het gefrituurd in arachideolie of zonnebloemolie.

Het recept is zeer eenvoudig. Het deeg wordt gemaakt met zelfrijzende bloem (500 gr), suiker (80gr), boter (50gr), 3 eieren, de zaadjes van een vanillestokje eventueel een snuifje zout. Afhankelijk van de gebruiken en gewoontes van de regio wordt daarna aan het deeg een beetje likeur toegevoegd (20gr): Sambuca, Marsala, witte wijn, grappa of limoncello. Indien je geen likeur wil gebruiken, vervang deze dan door melk of water.

Doe de bloem in een kom. Maak een kuiltje in de bloem en vul het kuiltje met alle ingrediënten. Begin te kneden tot je een stevig bol en homogeen deeg krijgt. Uiteraard is het niet verboden om een Kenwood of mixer te gebruiken maar wil je even authentiek koken als een Italiaanse nonna, dan kneed je het deeg zelf.


De charme van de Italiaanse keuken is handmatig deeg kneden op een groot werkblad terwijl de bloem om je hoofd dwarrelt. Indien de consistentie en elasticiteit van het deeg niet goed aanvoelt kan je nog enkele druppels extra vocht (water of melk) toevoegen.


Maak een grote bol van het deeg en wikkel het in versheidsfolie en leg het 30 minuten te rusten. Verdeel de grote bol in kleine bolletjes van 150 gram en rol deze uit met een deegrol of een lasagnetoestel tot je een fijn deegvelletje (2mm) bekomt.


Snijd het deeg met een speciaal gekarteld deegwieltje tot een afmeting van 6cm op 2cm.




Verwarm de frituurolie of verwarm een pan op het kookvuur met zonnebloemolie of arachideolie tot 150 à 160 graden. Laat het deeg (een paar stripjes per keer) krokant bakken in de olie. Het zal een klein beetje goudgeel kleuren en luchtig opblazen.

Leg de koekjes na het bakken op een stuk keukenpapier zodat het overtollig vet er kan uitlekken



Het origineel recept vraagt dat je de koekjes rijkelijk bestrooid met bloemsuiker. Andere varianten zijn honing en sesamzaadjes of een paar druppeltjes chocoladesaus.

Smakelijk!





392 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page